Die titel zag ik via Reddit, en laat “een boek in mijn vrije tijd schrijven” nou altijd mijn standaardvoorbeeld zijn van iets waar je werkgever géén rechten op kan claimen. Maar hier ligt het iets subtieler:
Dit is een bepaling in de arbeidsovereenkomst van een bedrijf waar ik aan de slag zal gaan als copywriter. Ik heb deze nog niet getekend, want ik vraag me af of de rechten van het boek waar ik in mijn vrije tijd aan werk en welke niets te maken heeft met deze werkgever, geclaimed kunnen worden door dit bedrijf.
De reden dat ik “boeken in vrije tijd” uitzonder is omdat het criterium grofweg is of het je werk is om zulke dingen te maken, en weinig mensen hebben als werk “boeken en zo” te schrijven. Alleen is dat een te makkelijk argument als we het over copywriters hebben, want een tekstschrijver of copywriter kan zeer zeker ook wel opgedragen krijgen een boek te schrijven als werk. En als je zo’n opdracht krijgt, dan liggen de rechten op dat boek echt bij je werkgever.
Schrijf je een boek zonder opdracht, maar hád je de opdracht redelijkerwijs niet kunnen weigeren als die je hypothetisch was gegeven, dan is dat boek in principe toch gewoon auteursrechtelijk van je werkgever. Eigen initiatief zeg maar, en dan doet het er niet toe of je spullen van het werk hebt gebruikt, onder werktijd schreef of je baseerde op eerdere teksten die al eigendom van het werk waren. De discussie gaat over de aard en inhoud van het boek, niet waarmee je het geschreven zou hebben.
In dit geval is het nog iets complexer, want er staat een hele lap hierover in het contract:
“Alle rechten van industriële en intellectuele eigendommen, zoals auteursrechten, merkrechten, octrooien, rechten op modellen en tekeningen, kwekersrechten enzovoorts, welke ontstaan tijdens, door of in verband met de uitoefening van de door werknemer op grond van de arbeidsovereenkomst te verrichten werkzaamheden komen uitsluitend toe aan werkgever en worden geacht aan werkgever te zijn overgedragen zonder dat hiervoor een nadere overdracht zal zijn vereist en zonder dat werknemer recht heeft op een vergoeding hiervoor. Werknemer is gehouden werkgever bij eerste gelegenheid op de hoogte te stellen van alle vindingen die tot de boven bedoelde rechten aanleiding zouden kunnen geven. Het is werknemer niet toegestaan om de resultaten van zijn werkzaamheden zelf openbaar te maken, te verveelvoudigen, in het verkeer te brengen, te verkopen, te verhuren, af te leveren of anderszins te verhandelen dan wel voor een ander aan te bieden of te doen inschrijven.”
Het is op zich legaal om in een schriftelijk en ondertekend arbeidscontract meer auteursrechten op te eisen dan waar je voor de wet recht op hebt als werkgever. De vraag is natuurlijk waarom een werknemer dit zou accepteren, maar de wet ziet dat als een onderhandelingspunt en bevat géén dwingend verbod op zo’n clausule. (Let op, in een personeelshandboek of eenzijdig medegedeeld arbeidsvoorwaardenreglement is dit dan weer niet mogelijk, net zo min als met een achteraf verplicht te tekenen documentje.)
De werkgever heeft hier een veelgebruikt criterium gehanteerd: rechten die zijn “ontstaan tijdens, door of in verband met de uitoefening van de werkzaamheden”. Dat “door of in verband met” is grofweg wat de wet zelf ook al zegt, de uitbreiding is dus het “tijdens” het werk. En dat is dus altijd precies mijn voorbeeld: de portier die onder werktijd op de werklaptop een thriller schrijft, heeft daar echt zelf het auteursrecht op. Hij doet zijn werk mogelijk niet goed (want opletten zal er niet bij zijn tijdens het schrijven), hij kan wellicht worden ontslagen voor plichtsverzuim maar dat is het – dat boek is en blijft van hem zelf.
Wie letterlijk dit beding leest, ziet “tijdens”, en dat zou ook de portier omvatten die onder werktijd (dus tijdens het werk) aan die thriller werkt. En dat kun je dus afspreken, als je het opschrijft in een ondertekend arbeidscontract.
Tegelijkertijd geldt ook bij arbeidscontracten de Haviltex-regel van contractsuitleg: niet alleen de taalkundige uitleg, maar ook wat partijen onderling bedoeld hadden toen ze dit opschreven. En daarbij wordt ook de onderlinge positie van de partijen meegewogen. Bij arbeidscontracten is dat meestal een deskundige en sterk staande werkgever, tegenover een werknemer die meestal weinig kan inbrengen behalve “tekenen of niet”. In dat geval wint al snel de interpretatie die in het voordeel is van de werknemer.
De interpretatie “ook de thriller die je als copywriter schreef hoewel je werk is marketingteksten voor de website te maken” vind ik niet echt in het voordeel van de werknemer. “Het handboek Online Marketing en Copywriting dat je in je vrije tijd schreef vanuit je ervaringen als copywriter bij ons” zou ik er dan weer wél onder vinden vallen. Dat komt dus neer op een lichte verbreding van het wettelijke criterium, met name om de grensgevallen richting de werkgever te duwen. Want het is een grijs gebied, een handboek hoe je werk te doen maar gericht op vakgenoten algemeen en niet collega’s.
Arnoud