Hoeveel bar moet er nou eigenlijk in de banden van je privé of lease auto? En waar dient dit getal precies voor? In dit artikel vertellen we er alles over.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen. Lang niet elk voertuig heeft hetzelfde luchtdrukniveau. De juiste luchtdrukniveau is afhankelijk van verschillende factoren zoals het type voertuig, de belading van de auto, en zelfs het weer. Daarom is het altijd aan te raden om het juiste luchtdrukniveau te raadplegen in de gebruikershandleiding van je auto of bij de fabrikant van de banden.

Luchtdrukniveau in Bars

Bij de meeste auto’s wordt de juiste luchtdrukniveau van je banden getoond in bars (een bar is een eenheid van druk, gelijk aan 1 atmosphere, of ongeveer 14.5 psi). Bijvoorbeeld, als de gebruikershandleiding van je auto aangeeft dat het juiste luchtdrukniveau voor de voorbanden 2.5 bar is en voor de achterbanden 2.8 bar, dan weet je dat je de voorbanden moet opblazen tot 2.5 bar en de achterbanden tot 2.8 bar.

De luchtdruk in je auto kan verschillen als er meer gewicht op je banden staat. Als je bijvoorbeeld op vakantie gaat en een dakkoffer of aanhanger meeneemt, kan het nodig zijn om het luchtdrukniveau in de banden te verhogen om ervoor te zorgen dat ze voldoende ondersteuning bieden aan het extra gewicht. Het is dan ook aan te raden om het luchtdrukniveau in je banden te controleren voordat je op vakantie gaat, zodat je zeker weet dat ze op de juiste spanning staan.

Ook kan het luchtdrukniveau in je banden afnemen als de temperatuur daalt. Als het bijvoorbeeld erg koud is buiten, kan het luchtdrukniveau in je banden afnemen. Controleer dus goed de bandenspanning voor je op pad gaat als het buiten erg koud is.

Hoe controleer je de bandenspanning en lichtdrukniveau van je auto?

Er zijn verschillende manieren om het luchtdrukniveau in je banden te controleren. De eenvoudigste manier is om een luchtdrukmeter te gebruiken, die je kan kopen bij een autogarage of online. Om het luchtdrukniveau in je banden te controleren met een luchtdrukmeter, volg je deze stappen:

1. Zorg ervoor dat de banden koud zijn voordat je het luchtdrukniveau meet. Dit betekent dat je de banden moet controleren voordat je op weg gaat, of na ongeveer een uur rijden. Als de banden warm zijn, kan het luchtdrukniveau iets hoger zijn dan het daadwerkelijke luchtdrukniveau, wat kan leiden tot een verkeerde meting.
2. Plaats de luchtdrukmeter op het ventiel van de band. Het ventiel is de kleine, ronde opening op de zijkant van de band waarmee je lucht kunt toevoegen of verwijderen.
3. Druk op de knop op de luchtdrukmeter om de huidige luchtdruk te meten. De luchtdrukmeter zal een lezing geven in bars of psi (pounds per square inch).
4. Vergelijk de lezing van de luchtdrukmeter met het aanbevolen luchtdrukniveau voor je banden, zoals aangegeven in de gebruikershandleiding van je auto of bij de fabrikant van de banden. Als het luchtdrukniveau in de band lager is dan aanbevolen, moet je lucht toevoegen om het luchtdrukniveau te verhogen. Als het luchtdrukniveau hoger is dan aanbevolen, moet je lucht verwijderen om het luchtdrukniveau te verlagen.