Het bedrijf draait op voor de ‘valse’ handtekening van de werknemer


Een bedrijf in 3D-printers moet bijna 18.000 euro betalen voor een dienst waar niet de directeur voor tekende, maar een werknemer – met een digitale handtekening.  En dat is gewoon bindend, ook al vond de directeur van niet. Dat las ik bij NRC vorige week (dank, tipgever). Het laat zien hoe – alle discussie over priemgetallen ontbinden en certificaatketens ten spijt – rechters daadwerkelijk omgaan met discussies over handtekeningen. En ja, haha priemgetallen ontbinden.

Een bedrijf dat 3D printers verkocht, had een SEO bedrijf aangesproken voor dienstverlening zoals het optimaliseren van de website en het schrijven van kopij. Die bracht een offerte uit, die dan weer met inzet van digitalehandtekeningentool SignRequest aanvaard kon worden. Tot zover weinig bijzonders, net als dat er enige tijd later ruzie kwam over de uitvoering en kwaliteit van de diensten.

De directeur van het printerbedrijf koos toen een fors argument: er was nooit overeenstemming bereikt, dus hoezo worden er nu diensten gefactureerd? Op zich een goede keuze, want als dat lukt dan is meteen alles van tafel. Maar De SEO-leverancier had natuurlijk een mooi tegenargument: via SignRequest was bewezen een handtekening gezet, dus wel degelijk een akkoord. Betalen dus.

De rechter besteedt buitengewoon weinig aandacht aan de techniek achter de elektronische handtekening. Dat hoeft ook helemaal niet, want in dit soort situaties zegt de wet (de eIDAS-Verordening, om precies te zijn) niet meer dan dat zo’n handtekening niet afgekeurd mag worden enkel omdat niet de juiste techniek is gevolgd (art. 25 lid 1).

Het enige uitstapje naar de techniek dat we zien, is de logging van SignRequest die aantoont dat er een krabbel is gezet na aanmelding met het e-mailadres van de werknemer uit de eerste alinea. De krabbel wijkt ook significant af van de handtekening van de directeur (geen grappen over nooit je handtekening goed krijgen in zo’n digitaal vakje), dus voor de rechter staat vast dat de werknemer getekend heeft en niet de directeur.

[Alles bij elkaar] leidt het bovenstaande er dan ook toe dat voldoende vast is komen te staan dat [de directeur] de offerte van upMention niet heeft getekend. Omdat naast [de werknemer] medio 2021 slechts [de directeur] werkzaam was bij ProTech én het e-mailadres [e-mailadres02] aan hem [de werknemer] toebehoort, kan de kantonrechter gelet op alle feiten en omstandigheden niet anders concluderen dan dat [de werknemer] valselijk de handtekening van [de directeur] op de offerte heeft geplaatst en de getekende offerte heeft retour gezonden via SignRequest.

Dus: de ondertekenlink is verzonden naar de werknemer. Die tekende, maar vulde daarbij de naam van de directeur in. Inderdaad heb je in die situatie geen technologie-discussie nodig, dit had ook met een balpen gedaan kunnen zijn. De vraag of het bindend is, is dan zuiver een juridische.

Natuurlijk ben je niet gebonden aan een handtekening die een ander vervalste in jouw naam. Maar dat kan anders zijn als er bijzondere omstandigheden zijn:

Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn wanneer degene wiens handtekening is vervalst, hoewel hij de onbetrouwbaarheid van degene die zijn handtekening heeft vervalst, kende of behoorde te kennen, eraan heeft meegewerkt of zonder voorzorgsmaatregelen te treffen heeft toegelaten dat deze de mogelijkheid kreeg door het vervalsen van zijn handtekening jegens de wederpartij de schijn te wekken dat het een door hem ondertekende verklaring betrof.

In dit geval woog zwaar dat de directeur in eerste instantie zelf de discussie met het SEO-bedrijf had gevoerd, maar dat op zeker moment had overgelaten aan de werknemer, waarna de directeur uit de cc-lijst viel. Toen had hij even aan de bel moeten trekken, zeker als zijn plan was dat de deal niet door moest gaan. Oh en zeker als je dit weet:

Dat geldt nog meer nu [de directeur] bekend was met het feit dat [de werknemer] zich in het recente verleden schuldig heeft gemaakt aan onbehoorlijk bestuur van de door hem gedreven onderneming, hetgeen destijds tot een faillissement van die onderneming heeft geleid.

Of dit:

Voorts staat vast dat [het printerbedrijf] medio 2021 in de praktijk slechts bestond uit [de directeur] en [de werknemer] . Ter zitting is door [het printerbedrijf] verklaard dat [de directeur] de supervisie binnen de onderneming had, feitelijk op dezelfde locatie werkzaam was als [de werknemer] en wekelijks en soms dagelijks contact met [de werknemer] had over de gang van zaken binnen de onderneming. Gelet op die omstandigheden acht de kantonrechter het niet waarschijnlijk dat [de directeur] geen enkele weet heeft gehad van de contacten die [de werknemer] met [het SEO-bedrijf] onderhield en de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden door [het SEO-bedrijf] .

Je zit dagelijks tegenover elkaar, je ziet een discussie met een leverancier waarvan je denkt “die deal moeten we niet maken”, je zult af en toe horen dat je collega blijft dooronderhandelen, je weet dat die onbezonnen handtekeningen zet, en dan denk je “ach nee dat zal wel goed komen, dat doet ie echt niet”. Ik weet dat je uit moet gaan van het positieve in de mens maar hier zou ik als [de bedrijfsjurist] toch anders geadviseerd hebben.

Onder deze omstandigheden mocht het SEO-bedrijf er vanuit gaan dat die handtekening wel degelijk door de directeur was gezet, of in ieder geval door een bevoegd persoon. En dan zit je aan het contract vast als klant, ook al was het intern helemaal niet de bedoeling. Voor al die mensen die denken dat de KVK hier doorslaggevend is: niet als je als bedrijf de indruk wekte dat iemand wél mocht tekenen. Of, zoals hier, als de wederpartij mocht denken dat het de directeur was.

Arnoud



https://blog.iusmentis.com/2023/06/05/het-bedrijf-draait-op-voor-de-valse-handtekening-van-de-werknemer/