Na bijna 3 jaar heeft het Europese Hof van Justitie eindelijk antwoord gegeven op de vraag of een inbreuk op een artikel uit AVG zonder meer recht geeft op schadevergoeding. Het antwoord op deze vraag was een overduidelijke ‘nee’. In deze blog zetten we de belangrijkste feiten en conclusies van het Hof op een rij. Meer weten over de achtergrond van deze zaak en dit onderwerp? Lees dan eerst deze blog van een tijdje terug.
Waar ging de zaak om?
Centraal in deze zaak staat het bedrijf ‘Österreichische Post’. Dit postbedrijf koppelt de gegevens van burgers met behulp van een algoritme aan een politieke voorkeur. Deze informatie wordt dan verkocht aan organisaties die hiermee gerichte reclame kunnen verzenden.
Een burger raakt hiervan op de hoogte, is hier niet van gediend en vordert schadevergoeding. Hij is namelijk teleurgesteld en boos dat zijn gegevens gebruikt worden om hem te koppelen aan een politieke voorkeur. Ook ervaarde hij het als beledigend om met de die specifieke partij in verband gebracht te worden. Hij vordert schadevergoeding ter hoogte van €1.000. Hij kan deze schade niet met concrete gegevens onderbouwen. Nadat zijn vordering twee keer was afgewezen door lagere Oostenrijkse rechters belandt zijn zaak bij het hoogste Oostenrijkse hof. Het hof twijfelt uiteindelijk over de vraag of schade een vereiste is om schadevergoeding toe te kennen bij een privacy-inbreuk. Hierdoor wordt besloten om de vraag voor te leggen aan het Hof van Justitie, de hoogste Europese rechter.
Het oordeel van het Hof van Justitie
Het Hof beantwoordt deze vraag door heel nauwkeurig de wet te lezen. Het gaat om artikel 82 AVG:
Eenieder die materiële of immateriële schade heeft geleden (1) ten gevolge van (3) een inbreuk op deze verordening (2), heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade.
Het Hof van Justitie leest het artikel heel precies en komt tot de conclusie dat er 3 voorwaarden zijn voor een recht op schadevergoeding. Alleen wanneer aan al deze voorwaarden is voldaan bestaat er een recht op schadevergoeding.
- Er moet sprake zijn van schade die daadwerkelijk ‘geleden’ is. Dit houdt in dat concrete schade aanwezig moet zijn.
- Ook moet er sprake zijn van een inbreuk op AVG.
- De geleden schade moet een gevolg zijn van de inbreuk op de AVG.
Vooral de eerste voorwaarde is belangrijk: zonder concrete schade bestaat geen recht op schadevergoeding.
Ook verwijst het Hof naar de toelichting die geschreven is bij de AVG. Hierin gaat men er namelijk vanuit dat daadwerkelijk schade geleden moet zijn om schadevergoeding te kunnen vorderen.
Ook kleine schade komt voor vergoeding in aanmerking
Het Hof is streng in zijn overweging dat sprake moet zijn van concrete schade voor een recht op schadevergoeding. Dit is bij privacy-inbreuken al moeilijk genoeg. Bij botbreuken en schade aan zaken is het eenvoudig om schade concreet te maken. Schade bij een inbreuk op hecht op privacy is daarentegen minder tastbaar. Bij een ander punt komt het Hof de burger wel tegemoet; er is namelijk geen minimumwaarde voor schadevergoeding. Dit betekent dat schade van €10 net zo goed vergoed moet worden als schade van €10.000.
De betekenis voor Nederlandse gevallen
Deze uitspraak is slecht nieuws voor mensen die het slachtoffer zijn van een privacy-inbreuk maar geen (concrete) schade hebben geleden. Zij hebben geen recht op schadevergoeding als zij hun schade niet kunnen bewijzen. In de praktijk was dit al de lijn die door de Hoge Raad in Nederland gehanteerd werd. Alleen in hele uitzonderlijke gevallen waarin de nadelige gevolgen van de privacy inbreuk heel erg voor de hand liggen hoeft de burger de schade niet te bewijzen, hiervan is niet snel sprake. Alhoewel de uitspraak voor veel mensen een teleurstelling zal zijn is het een goede ontwikkeling dat het Hof van Justitie na bijna 3 jaar licht in de duisternis heeft gebracht.
Meer weten over privacy? Lees verder: