Een boekhouder die illegaal inlogde op de server van het bedrijf waarvoor hij de boekhouding verzorgde, om zo gevoelige informatie te verzamelen voor de ontslagprocedure van een collega, kan zich niet beroepen op een noodtoestand, zo las ik bij Security.nl. Wacht, een noodtoestand in het strafrecht, is dat een ding? Jazeker. De Hoge Raad oordeelt alleen helaas voor de boekhouder dat die situatie niet opgaat, en veroordeelt hem gewoon voor computervredebreuk.
Tijdens het ontslagproces van een medewerker van het bedrijf werd ontdekt dat die over vertrouwelijke informatie beschikte, waaronder financiële stukken, offertes, correspondentie, privé mails en zeer geheime stukken. Dat bleek (zoals ik uit het arrest haal) te herleiden tot deze boekhouder, die maar liefst 45 keer had ingelogd op de server en daar informatie had opgehaald die niets met zijn eigenlijke werk te maken had. Weliswaar mocht hij op die server zijn, maar zeker niet bij die bestanden.
Het verweer van de boekhouder was opmerkelijk:
Toegespitst op deze gedragingen, is het beroep op overmacht in de zin van noodtoestand, als volgt nader toegelicht: de verdachte bevond zich tussen conflicterende belangen; hij voelde dat hij de maatschappelijke plicht had om de waarheid van de feiten in de ontslagprocedure van [betrokkene 1] in te doen brengen; [betrokkene 1] had hem hier om verzocht; de verdachte stelt dat [het bedrijf] de financiële positie van het bedrijf doelbewust en valselijk te negatief aan de kantonrechter had gepresenteerd om zo een zo laag mogelijke ontslagvergoeding te moeten betalen; dit moest in hoger beroep worden rechtgezet.
Heel erg meedenkend in de richting van de boekhouder: als je ziet dat een collega bij een ontslagprocedure een te lage vergoeding krijgt op basis van bedrijfsomzetgegevens waarvan jij (als boekhouder dus) weet dat ze niet kloppen, dan snap ik best dat je daar boos om wordt en dat onrecht wilt corrigeren. En ja, het is juridisch erkend dat je vanuit een toestand van nood kunt handelen en dat je dan straffeloos bent:
“uitzonderlijke gevallen kunnen meebrengen dat gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld, niettemin gerechtvaardigd kunnen worden geacht, onder meer indien moet worden aangenomen dat daarbij is gehandeld in noodtoestand, dat wil zeggen -in het algemeen gesproken- dat de pleger van het feit, staande voor de noodzaak te kiezen uit onderling strijdige plichten en belangen, de zwaarstwegende heeft laten prevaleren”. [HR 23 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP5967]
De lat ligt alleen wel heel erg hoog, er moet echt op dat moment geen andere optie zijn. Meelezende juristen moeten nu wellicht denken aan het opticien-arrest, waarin een opticien niet strafbaar was door na openingstijd een zeer slechtziende man een bril te verkopen. Die persoon had zó zeer op dat moment een bril nodig, dat het (geringe) belang van de Winkelsluitingswet moet wijken. Maar omdat het hier om een langere periode aan gedragingen ging, ziet de HR dat niet van toepassing:
Het gestelde rechtvaardigheidsgevoel is in deze niet voldoende dwingend, en wordt overigens ook vertroebeld met hetgeen de verdachte zelf bij de politie heeft verklaard: “voor mij geldt het motto: Het doel heiligt de middelen” en “eigen schuld dikke bult”. Daar komt bij dat de omstandigheden die zouden hebben genoopt tot wetsovertreding al geruime tijd speelden. Gesteld noch gebleken is dat niet-strafbare alternatieven om het beoogd doel te bereiken voldoende zijn onderzocht en kennelijk volkomen ineffectief zouden zijn geweest. Van enige geestelijke “worsteling” leidende tot een kennelijk onvermijdelijke wetsovertreding is niet gebleken.
Ik moet zelf wel zeggen dat ik niet meteen weet wat dan die niet-strafbare alternatieven zouden moeten zijn. Het lijkt me erg moeilijk om als buitenstaander informatie aan te dragen over de financiële positie van een bedrijf, dus daarmee kun je die ontslagen medewerker niet echt helpen.
Arnoud